De effecten van de melkrobot op bedrijf en ondernemer
Studente Marije van Beek van Aeres Hogeschool Dronten heeft een onderzoek gedaan naar de effecten van overstap naar een automatisch melksysteem. De gevolgen voor het bedrijf zijn bepaald door de technische en economische prestaties van drie jaar voor de overstap, te vergelijken met die van drie jaar na de overstap. De technische prestaties zijn opgedeeld in vier verschillende aspecten: productie, diergezondheid, vruchtbaarheid en voeding. Alle kengetallen waarvan een significant effect is aangetoond worden op de factsheet weergegeven. Het effect op de ondernemer is onderzocht met behulp van een enquête die is afgenomen onder robotboeren. De belangrijkste bevindingen van deze enquête zijn in beeld gebracht.
In de maanden november en december stonden de studiegroep bijeenkomsten in het teken van de Voerefficiëntie. Tijdens de bijeenkomsten kwamen alle aspecten rondom het rantsoen aanbod. Het groeiseizoen kenmerkte zich door groeizaam-, maar ook, wisselvallig weer. Hierdoor loopt kwaliteit van het gewonnen ruwvoer sterk uiteen. In sommige gevallen gaf dit de nodige uitdagingen om een kloppend rantsoen te maken. In combinatie met de hoge prijzen voor het krachtvoer en andere aangekochte soorten voer, wordt men gedwongen tot het maken van keuzes.
Daarnaast geeft het melkverloop zoals altijd interessante input voor discussie. Hoe is het ureumverloop het afgelopen jaar geweest? Waar komt het verschil in lactose vandaan? Wat valt er te zeggen over het verloop van de lactatiedagen? Welke verschillen laten de nieuw- en oudmelkte koeien zien op de MPR? Veel zaken die zowel direct als indirect aan de voeding zijn te koppelen.
Ook is de BEX prognose kort de revue gepasseerd. Het dagrantsoen van de afgelopen 365 dagen is immers de basis van de Kringloopwijzer van volgend jaar. Dus door hier dagelijks op te sturen, kunnen resultaten op jaarniveau worden behaald. In de basis is het belangrijk om een goed plan te hebben over hoe en welke doelen je wilt bereiken. Dit geeft de meeste kans om ook daadwerkelijk stappen te zetten de resultaten te verbeteren.
Verder is aan bod gekomen hoe op een eenvoudige manier de koeien zowel in het begin als in het einde van de lactatie naar behoefte gevoerd kunnen worden. Kleine aanpassingen kunnen veel effect hebben, wat een besparing aan voerkosten en verhoging van de productie oplevert!
Inmiddels is het al ruim een jaar mogelijk om deel te nemen aan individueel voeradvies bij Dirksen Management Support. In dit artikel is deelnemer Berry van Ginkel aan het woord over zijn ervaringen met het individueel voeradvies, waar hij nu ruim een jaar gebruik van maakt. Berry is melkveehouder in het Groningse Baflo en heeft een bedrijf met 80 melkkoeien, 40 stuks jongvee en 40 hectare grond in gebruik. Het land wordt 1 op 4 verhuurd voor pootgoedteelt aan een akkerbouwer. Robin Kool is het vaste aanspreekpunt binnen DMS met betrekking tot het voeradvies.
Wat is de reden dat je je hebt aangemeld voor het individueel voeradvies? Tijdens de kostprijsbespreking van de studiegroep kwam al een aantal jaren naar voren dat ik hogere voerkosten had dan gemiddeld bij mij in de groep. Dit wilde ik graag verbeteren. Daarnaast heb ik er wel eens over nagedacht om een onafhankelijk voeradviseur te vragen, naast mijn huidige voeradviseur van onze voerleverancier. Toen dit aanbod kwam van DMS ben ik hier op in gegaan. Bijkomend voordeel is dat alle gegevens al bekend zijn bij DMS en daarmee ook wat achtergrondkennis van het bedrijf. Hierdoor was het besluit nog makkelijker genomen.
Hoe gaat het voeradvies in zijn werk? Ik heb elke zes weken, na de melkcontrole, contact met Robin. Dit gaat digitaal via een programma waarmee we het scherm kunnen delen met elkaar. Als er geen grote rantsoenwijzigingen zijn duurt het gesprek vaak een halfuurtje. Als er wel grote rantsoenwijzigingen zijn houd ik een meetweek en wordt deze besproken en duurt de bespreking wat langer. Het basis rantsoen van de voeradviseur van onze voerleverancier wordt meestal niet veel meer aangepast omdat dit al goed is. Verder kijkt Robin dan mee hoe we de rest kunnen finetunen per productiegroep.
Welke zaken heb je veranderd naar aanleiding van het voeradvies? We zijn begonnen met de krachtvoergift aan te passen en het voeren van een goedkopere brok. Voorheen voerde ik een opstartbrok aan de verse koeien tot 90 dagen. Dit was een eiwitrijke brok. Deze hebben we vervangen voor een energierijke brok. Dit resulteert in onder andere een persistentere productie. Daarnaast hebben we ingezet om meer gras in de koeien te krijgen. Dit alles is in goed overleg gegaan met onze voeradviseur van de voerleverancier.
Ben je zelf bekwamer geworden in het berekenen/bijsturen van het rantsoen? Ja. Robin neemt mij op een laagdrempelige manier mee in het voeren. Hierdoor ga je zelf meer verbanden zien en krijg je meer gevoel met het voeren. Het is niet mijn insteek om het helemaal zelf te doen, maar het geeft wel meer bagage voor het gesprek met de voeradviseur, waarbij ik het krachtvoer bestel.
Heeft de deelname aan het voeradvies voldaan aan je verwachtingen? Ja zeker! De gezondheid van de koeien is verbeterd, dit zie ik bijvoorbeeld aan een tussenkalftijd die 20 dagen korter is geworden. Daarnaast is de productie gelijk gebleven en de gehaltes zijn gestegen. Ook voer ik minder krachtvoer, met minder P en ruw eiwit en het krachtvoer is goedkoper geworden. Dus dit betekent meer omzet met minder kosten. Dit heeft ook geresulteerd in een beter resultaat in de Kringloopwijzer, wat in ons geval ook gunstig is met betrekking tot de Foqus Planet van FrieslandCampina. Jaarcijfers zijn nog niet bekend, maar op het dagrantsoen scheelt het al snel 2 á 3 cent voerkosten per kg meetmelk. Hiermee is het advies ruim en breed terugverdiend!